Hiervoor hebben we gezien hoe men tot de XYZ waarden zijn gekomen. De XYZ waarden kunnen tot stand komen zoals gelezen door uit te gaan van de 2° of de 10° waarnemer, of te wel de CIE 2° standard observer of de 10° standard observer.
De CIE 2° en 10° observers zijn standaard visuele waarnemers die zijn gedefinieerd door de CIE om de gemiddelde kleurperceptie van het menselijk oog te vertegenwoordigen. Deze standaard waarnemers worden gebruiktals basis voor het CIELAB kleurensysteem en het kleurmeten.
In de jaren twintig voerden de Britse onderzoekers David Wright en John Guild kleurmatchingsexperimenten uit met menselijke vrijwilligers om het kleurvermogen van een gemiddelde menselijke waarnemer vast te leggen. Op basis van hun werk publiceerde de CIE in 1931 de 2° Standard Observer. Deze standaardwaarnemer kreeg de naam 2° omdat proefpersonen tijdens het experiment door een opening keken die een gezichtsveld van 2° bood. Destijds werd aangenomen dat alle kleurgevoelige kegeltjes van het oog zich binnen een boog van 2° van de fovea bevonden, direct achter het netvlies. In deze experimenten werden kleuren uit het zichtbare spectrum op een scherm geprojecteerd en matchten meerdere mensen elk spectraalkleurig licht met een combinatie van rood, groen en blauw licht. De resulterende x-, y- en z-functies staan bekend als de CIE 2° Standard Observer uit 1931.

In de jaren zestig ontdekten onderzoekers dat kegeltjes in het menselijke visuele systeem een groter gezichtsveld bestreken dan eerder werd aangenomen. WS Stiles, JM Burch en NI Speranskaya herhaalden de visuele matching-experimenten met een breder gezichtsveld. Dit leidde tot de publicatie van de CIE 10° Standard Observer. Deze 10° waarnemer wordt aanbevolen omdat deze de spectrale respons van menselijke waarnemers beter weergeeft. Zoals weergegeven in figuur 2, is de 2° Standard Observer uit 1931 vergelijkbaar met de 10° Standard Observer uit 1964. De 2° Standard Observer werd niet stopgezet bij de introductie van de 10° versie omdat deze al in veel industriële productspecificaties was geïntegreerd. Tegenwoordig wordt de 10° Standard Observer uit 1964 door de CIE aanbevolen voor de meeste industriële kleurtoepassingen, terwijl de 2° versie uit 1931 nog steeds beschikbaar blijft als meetkeuze.
De Standard Observer-functies van de 1931 2° en de 1964 10° worden gebruikt om kleurwaarden te berekenen en de menselijke reactie op het zichtbare spectrum weer te geven.

Het verschil tussen de 2° of de 10° standaard waarnemer
De kleuronderscheidingsvermogens verschillen tussen de 2° en 10° waarnemers vanwege de verschillende verdeling van kegeltjes in het centrale en perifere zicht. Dit kan resulteren in verschillende kleurwaarnemingen voor dezelfde lichtbronnen onder verschillende waarnemingshoeken. De 2° waarnemer heeft een hogere gevoeligheid voor korte golflengtes (blauw) omdat het foveale gebied rijk is aan kegeltjes die gevoelig zijn voor blauw licht. De 10° waarnemer, die een breder deel van de retina omvat, heeft een gemiddelde respons die meer gelijkmatig verdeeld is over de verschillende golflengtes.
In de praktijk zijn beide waarnemers belangrijk voor verschillende industrieën. Bijvoorbeeld, in de grafische industrie waar nauwkeurige kleurreproductie essentieel is, wordt vaak de 2° waarnemer gebruikt.
Het is belangrijk om bij de meetwaarden aan aan te geven welke standard observer gebruikt is voor de berekeningen.