
Als je kleuren visueel beoordeelt, dan moet je ook weten hoe je kleurwaarnemingsvermogen is. We zien dat aan dit feit nogal eens voorbij wordt gegaan in de branche. Sterker nog, in veel gevallen wordt dit niet eens onderzocht in een sollicitatieprocedure. Wat ons betreft moet dit anders. De ogen van een piloot worden toch ook getest in een sollicitatieprocedure? Overigens hoeft het niet zo te zijn dat een afwijking bij een kleurbeoordelaar betekent dat iemand zijn of haar werk niet kan uitvoeren, in tegendeel. Hieronder leggen we het aan je uit.
Het is een vak
Visueel beoordelen is een vak. En een vak kun je leren. Je beoordeelt bijvoorbeeld altijd door uit te gaan van een moederstaal. Dat is het uitgangspunt van een kleurkaartleverancier. Moederstalen zijn gewoon verkrijgbaar. Bij RAL zijn dat bijvoorbeeld de HR-840 kaarten. Bij NCS zijn dat de color matching standaard stalen. Deze stalen zijn exact gematcht naar de oerstalen. Bij kleurverschillen kun je altijd deze kaarten gebruiken. Is de moederstaal niet beschikbaar, dan ben je afhankelijk van een kleurenwaaier. Hou er dan wel rekening mee dat er kleurverschil kan zijn tussen de waaiers onderling.
Subjectief?
Gedacht wordt dat visuele kleurbeoordeling subjectief is. Dat is deels waar. Meten is tenslotte weten. Maar daar staat tegenover dat er kleurverschillen bestaan die je moeilijk of niet instrumenteel kunt beoordelen. Bovendien wordt eraan voorbij gegaan dat je visuele beoordeling wel degelijk kunt inzetten en dat je het kunt leren. Wordt dat niet gedaan, dan houden we feitelijk een verdere ontwikkeling van het vakgebied tegen.
Maar hoe leer je dat?
Testen
Als eerste is er inzicht in het eigen vermogen om kleuren te kunnen onderscheiden. Dat verkrijg je door het testen van je kleurwaarnemingsvermogen. Een bekende test is de Ishihara test, waarin gekleurde cijfers zijn omgeven door een stippenpatroon dat in kleur en lichtheid varieert. Mensen met een een rood-groen afwijking zien dan andere getallen dan normaal kleurenzienden. De 100 huetest van Munsell wordt ook veel gebruikt, met name in industrieën waar kleur belangrijk is. Bij deze test wordt van de proefpersoon verlangd dat gekleurde dopjes op volgorde worden gelegd. Heb je een zwakker kleurvermogen in een bepaald kleurgebied, dan maak je fouten in de kleurvolgorde.
Wat heb je aan dit soort testen?
Een mooi voorbeeld binnen deze context is een bedrijf waarbij het kleurwaarnemingsvermogen van alle medewerkers werd getest. De uitkomst leidde ertoe dat de directeur geen visuele kleurbeoordeling kon doen, maar de schoonmaker wel. Ook kwam eruit dat een medewerker wel een kleurverschil kon waarnemen, maar niet kon uitleggen. Inzicht hierin is dat bijzonder waardevol. Iemand met een rood-groenafwijking zal bijvoorbeeld eerder een lichtheidsverschil waarnemen dan iemand zonder zo’n afwijking. Wat dan wel belangrijk is, is dat zo’n persoon de taal van kleur leert spreken.
Trainen en de taal leren
Op het moment dat je inzicht hebt in het kleurwaarnemingsvermogen, dan kun je gaan ontwikkelen en trainen. Wij geven zelf veel trainingen op dit gebied. Bij iedere training vragen we bij de start wie is getest is op kleurwaarnemingsvermogen. Tot op de dag van vandaag ervaren we dat dit bij bijna niemand het geval is. Het is echter essentieel dat je als kleurbeoordeler onder woorden kunt brengen wat je ziet. Daarvoor heb je verstand van kleur voor nodig, zodat je bijvoorbeeld weet en snapt dat een kleurverschil kan optreden in acht richtingen: licht-donker, rood-groen, blauw-geel en meer of minder verzadigd.
Denk ook hier nog aan…
Op het moment dat je kleur beoordeelt, is het belangrijk dat je beseft dat je eigen humeur en gesteldheid van invloed zijn op je beoordeling. Als je blij bent, kijk je anders naar kleur dan wanneer je somber bent. Ook de omgeving is van invloed. Denk daarbij aan de kleur van kleding of de ruimte. Op het moment dat daarin hoogverzadigde kleuren aanwezig zijn, dan reflecteert dat op de kleurstalen. Denk dus bij een beoordeling na over de omgeving of het gebruik van een lichtkast.